Oog voor Onderwijs
Het is herfst in Moerwijk en ik ben op weg naar een basisschool waar ik de komende maanden met leerlingen zal praten over hun toekomstplannen, schooladvies en cito-scores. De Zuidwest Skillsclub is opgericht door oude bekenden die elkaar hebben gevonden in hun hart voor jongeren en hun toekomst. Ik weet dat ik een moeilijke situatie zal aantreffen, waarbij armoede een schaduw werpt op het klaslokaal. Deze realiteit lijkt in eerste instantie niet te spelen onder de leerlingen. Onder luid applaus van hun klasgenoten en vrijwilligers, vertellen deelnemende leerlingen vol enthousiasme over hun plannen om Legomaster, piloot of profvoetballer te worden.
Ik zit achterin de klas, waar een van de leerlingen aangeeft dat ze de presentaties niet kan zien. Ik bied mijn bril met sterkte -4 aan en tot mijn verbazing kan ze daarna veel beter zien. Toen ik later de zorgcoördinator sprak, vertelde ze me dat deze leerling zich twee weken eerder ziek had gemeld en eerder met een getapete bril van haar broer was komen opdagen. Dit is echter slechts de eerste dag en ik realiseer me dat de impact van armoede al direct zichtbaar is.
Gedurende de komende maanden blijkt dit niet alleen bij deze leerling het geval te zijn. Van de veertig leerlingen die ik spreek, zitten er vier met hun geknepen ogen in de klas. Voor een deel van deze leerlingen bleek dat ze al jaren met een refractieafwijking rondliepen, zonder hiervan op de hoogte te zijn. Voor een ander deel van de leerlingen zijn de plannen voor een bril er wél, maar zorgen financiële beperkingen voor het uitblijven van de aanschaf hiervan. Dweilen met de kraan open; voor deze kinderen komen de cito-scores en het schooladvies eerder dan de passende oogzorg.
Een initiatief van Khaled Tamimy en Erik van Halewijn.
Visuele Armoede in het Onderwijs
De kansengelijkheid in het Nederlandse onderwijssysteem is al jaren in het geding. In 2019 constateerde de Onderwijsinspectie al dat de kloof tussen verschillende groepen kinderen is toegenomen.
Een belangrijke oorzaak van deze kloof is armoede. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) leefden in 2019 ongeveer 272.000 kinderen in een huishouden met risico op armoede. De invloed van armoede op het schoolverloop en het welzijn van leerlingen is veelomvattend. Zo kan armoede zorgen voor stressvolle thuissituaties, financiële drempels om deel te nemen aan activiteiten en beperkte toegang tot educatieve middelen, zoals boeken en computers. Hierdoor wordt armoede binnen het onderwijssysteem ook wel omschreven als een vorm van informele segregatie.
De corona pandemie legde deze verschillen pijnlijk verder bloot; zelden nam onderwijsongelijkheid door armoede zo een concrete, materiële vorm aan. Zo benadrukte het dat lang niet altijd iedereen de nodige ruimte en/of (digitale) middelen heeft om vanuit huis mee te doen met het onderwijs. Het recent uitgekomen PISA-rapport (2023) benadrukte dit nogmaals. Tegelijkertijd is veel van dit niet nieuw en wordt er al langer aandacht besteed aan armoede binnen het onderwijssysteem, ook in combinatie met de invloed van armoede op gezondheid, bijvoorbeeld in de vorm van sport, beweging en voeding.
Tegelijkertijd ontwikkelde zich de afgelopen jaren in parallel ook een andere concrete, materiële vorm van ongelijkheid in het onderwijs: de toegang tot passende oogzorg. Dit heeft invloed op het welzijn en de schoolprestaties van kinderen. De corona pandemie plaatste ook dit in een stroomversnelling; zo waarschuwde het Erasmus MC in begin 2021 al dat de bijziendheid onder kinderen toenam door de lockdown. In de Volkskrant werd recent (2023) deze toename van bijziendheid onder kinderen zelfs een “epidemie” genoemd.
Tot op heden is er echter onvoldoende aandacht voor de invloed van armoede op het verschaffen van passende oogzorg en wat voor invloed dit heeft op het welzijn en schoolprestaties van kinderen. Dit leidt tot een prangende vraag die centraal staat binnen dit project:
Wat is Visuele Armoede?
Wat is visuele armoede?
Op het eerste gezicht lijkt armoede zich vooral te uiten in een gebrek aan financiële middelen, wat de mogelijkheid om een bril te kopen kan beperken. Naast de financiële beperkingen heeft armoede echter ook een sterke invloed op het mentale welzijn van mensen. Mensen die in armoede leven, ervaren vaak veel stress en zorgen, waardoor ze niet de ruimte hebben om na te denken over andere zaken. Joop ten Dam schrijft over de relatie tussen armoede en stress:
Leven in armoede veroorzaakt door de veelheid problemen en zorgen veel stress; mensen hebben letterlijk 'veel aan hun hoofd'. Ze ervaren geen ruimte in hun hoofd, oftewel het ontbreekt hen aan ‘mentale bandbreedte’.
Armoede heeft niet alleen gevolgen voor het mentale welzijn van mensen, maar ook voor hun fysieke gezondheid. Als je weinig geld hebt, is het moeilijker om ondersteunende diensten te betalen, zoals passende oogzorg. Dit kan worden veroorzaakt doordat andere kosten zoals huur en voedsel prioriteit hebben boven het betalen van oogzorg.
Hierdoor kunnen we spreken van visuele armoede, oftewel de beperkte aanwezigheid van passende oogzorg voortkomend uit de materiële en mentale belasting van armoede. Hiermee maken we onderscheid tussen twee vermoedelijke oorzaken, die elkaar versterken:
Door gebrek aan financiële middelen is het niet altijd mogelijk om passende oogzorg te betalen. Andere kosten hebben financiële prioriteit, zoals woning en voedsel. Dit leidt tot situaties waarbij kinderen zonder bril rondlopen of een bril van een familielid gebruiken die niet bij hun ogen past Door het gebrek aan financiële middelen neemt ervaren stress toe en is er minder ruimte om na te denken over problemen die zich op de lange termijn ontwikkelen. Hierover schreef Ten Dam: "Hyperfocus op het oplossen van actuele problemen leidt tot een tunnelvisie”.
Visuele armoede binnen het onderwijssysteem
Het brede onderwijssysteem (formeel, informeel, zorg, etc) heeft een rol in het aanpakken van visuele armoede, maar staat zelf in toenemende mate onder druk. Hierdoor kan er niet altijd de juiste hulp aangeboden worden aan leerlingen. Binnen de context van visuele armoede zijn er enkele gevallen die met name relevant zijn:
Door bezuinigingen en tekorten in publieke dienstverlening krijgen zorgcoördinatoren steeds complexere zorgtaken toegewezen. Vermoedelijk zijn deze problemen sterker aanwezig in wijken waar sprake is van complexe problematiek. Ook beroepssectoren zoals schoolartsen kampen met tekorten, waardoor niet elke school een eigen schoolarts heeft. Hierdoor komen kinderen minder snel bij een schoolarts terecht. Ook de fysieke afstand tot de schoolarts kan ervoor zorgen dat ouders minder snel instemmen met een bezoek aan de schoolarts. Door lerarentekorten kan het zijn dat leerlingen geen vaste leraar hebben of in grotere groepen onderwijs krijgen. Hierdoor vallen individuele gevallen van refractieafwijkingen minder snel op.
Al met al beperken deze ontwikkelingen vermoedelijk het identificerend vermogen van leraren, zorgcoördinatoren en ander onderwijspersoneel, waardoor kinderen langer met een onbekende refractieafwijking rondlopen.
De Brillenbus
Om visuele armoede en de gevolgen hiervan in kaart te brengen, is de brillenbus bedacht. De brillenbus is een mobiele opticien die langsgaat bij basisscholen om oogmetingen af te nemen bij leerlingen. Hiermee kan op een laagdrempelige wijze in kaart worden gebracht in hoeverre leerlingen rondlopen met ongeïdentificeerde refractieafwijkingen.
De insteek van de brillenbus is preventief: de oogmetingen zijn bedoeld om tijdig in te grijpen en verdere leerachterstanden te voorkomen. Deze pilotfase van de brillenbus beperkt zich in eerste instantie uitsluitend tot het signaleren van refractieafwijkingen, om zo veel mogelijk leerlingen in korte tijd te kunnen bedienen. Op basis van de signalementen kunnen zorgcoördinatoren en brugfunctionarissen aan de slag met de betreffende leerling.
In tweede instantie doelt deze pilotfase op informeren waar de knooppunten en ondersteuningsbehoefte hierbij liggen, om zo een geïnformeerde vraaggestuurde aanpak te kunnen ontwikkelen die verder gaat dan alleen signalering. Tot dit doeleinde werken we daarom ook al in de pilotfase samen met opticiens, die in het vervolg ook de evt. nodige oogzorg zouden kunnen bieden.
Gezien de anekdotische aanleiding van de Brillenbus, is het van belang om na te gaan op welke schaal dit probleem zich voordoet. De pilotversie van de Brillenbus doelt erop om in enkele dagen een substantieel aantal oogmetingen te doen en een uitspraak te kunnen doen over de prevalentie van dit probleem. Tijdens de pilotfase willen we inzichten opdoen over de volgende vragen:
Hoeveel kinderen die een bril nodig hebben, dragen geen bril? Welke informatiebehoefte is er bij de verschillende doelgroepen, ter preventie? Welke oplossingen bestaan er om visuele armoede tegen te gaan? Wat is hierbij een passend model? In hoeverre is de Brillenbus een passend concept voor het identificeren van refractieafwijkingen en het evt. bieden van passende oogzorg?
De brillenbus werkt vraaggestuurd, wat betekent dat het initiële aanbod uitgebreid wordt aan de hand van signalen en behoeften uit het veld. De insteek van de pilotfase is dan ook om te kijken wat de verschillende stakeholders nodig zouden hebben om visuele armoede tegen te gaan. De opbrengsten van de piltofase zullen daarom gebruikt worden om de brillenbus verder vorm te geven en de problematiek - mits nodig - op grotere schaal te agenderen.
Voor een goed verloop van de pilotfase is samenwerking en afstemming met de betreffende basisscholen van groot belang. Er dienen afspraken gemaakt te worden over het moment en de wijze waarop de Brillenbus haar taken uitvoert bij de basisschool, en welke partij voor welke dingen verantwoordelijk is. Hierbij dient ook gedacht te worden aan de wijze waarop het project geïntroduceerd wordt bij de leerlingen, hoe de resultaten met de leerlingen en/of leraar gedeeld worden en wat eventuele vervolgstappen zijn.
Indien de resultaten van de pilotfase suggereren dat visuele armoede zich op grote schaal voordoet zullen de uitkomsten van de pilotfase ook gebruikt worden als vliegwiel voor verdere uitvoering van de Brillenbus. Hierbij kan ook gedacht worden aan de agendering via media en politiek.
Contact
Je kunt contact opnemen via LinkedIn: